Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want Ik heb hem te kennen gegeven, [15]dat Ik zijn huis rechten zal tot in eeuwigheid, om der ongerechtigheids wil, die hij geweten heeft; want [als] zijn zonen zich hebben [16]vervloekt gemaakt, zo heeft hij hen niet eens [17]zuur aangezien. 15. Dat is, dat Ik mijn rechtvaardige straf en wraak over hem en zijn huis zal uitvoeren. 16. Anders, licht, veracht, dat is, toen zij met hun boze stukken en kwaad leven gemaakt hebben dat men hen vloekte en verachtte als lichte gezellen, die geen eer waardig waren. 17. Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk fronsen, of rimpelen krijgen in het aangezicht, hetwelk geschiedt van diegenen, die uit ongezindheid zuur zien. Versta hierbij, veel weiniger heeft hij hen gestraft naar behoren, hetwelk hij had behoren te doen als vader, als hogepriester en als richter, die gesteld was om het kwaad te beletten en te straffen.